Een fanfare bestaat uit koperen blaasinstrumenten, saxofoons en een slagwerkgroep. In de groep van de scherpe kopers onderscheiden we de  cornetten, trompetten en hun grote broers trombones. In de familie van de saxhoorns, net zoals de saxofoon ontwikkeld door de Belg Adolf Sax, onderscheiden we bugels, de althoorns, de baritons, de tenor-tuba en de bas-tuba.  In de groep van de saxofoons vinden we de sopraan-, alt- en tenorsax terug. In de slagwerkgroep vinden we zowat alle slagwerkinstrumenten terug.

Zoals in een symfonisch orkest de violen de melodiegroep vormen en in een harmonie de klarinetten, zo wordt de melodiegroep in een fanfareorkest door de bugelsectie gevormd.

Saxofoon
Een saxofoon is een blaasinstrument met een conische, vaak S-vormige buis die voorzien is van kleppen. De saxofoon wordt niet tot de koperblazers gerekend, maar zoals alle riet-blaasinstrumenten tot de houtblazers vanwege het riet dat het geluid produceert. Saxofoons hebben een conische boring — ze worden naar het uiteinde toe breder.

De volgende saxofoons worden bij DGV bespeeld:

  Sopraansaxofoon  in Bes, meestal recht

  Altsaxofoon in Es, S-vormig

Tenorsaxofoon in Bes, S-vormig

  Baritonsaxofoon in Es, S-vormig, met extra rondingen

Barriton
De tenorsaxhoorn of gewoonlijk bariton genoemd is een saxhoorn. Hij staat gestemd in bes en heeft een iets scherpere en hogere klank dan het eufonium, die toch nog zacht is. Meestal heeft een bariton drie ventielen, hoewel er exemplaren zijn waar een vierde ventiel is bijgezet.

De eerste bariton speelt af en toe solistische melodieen of tegenmelodieën en moet over het algemeen hogere noten spelen. De tweede bariton is eerder begeleidend en speelt vaak de lagere noten van de baritonpartij.

Eufonium
Een eufonium of tenortuba is een koperen blaasinstrument (ook euphonium). De toon is te vergelijken met een baritonzanger. De naam eufonium komt oorspronkelijk van het Griekse woord euphonos, wat betekent “mooi klinkend” (eu (spreek uit ‘ui’) betekent “mooi” of “goed” en phonè betekent “klank” of “geluid”). Bijna alle huidige eufoniums zijn uitgevoerd met drukventielen, hoewel modellen met draaiventielen nog wel bestaan.

Het eufonium behoort tot de tubafamilie. De tenorsaxhoorn, gewoonlijk bariton genoemd, een gelijksoortig instrument, is daarentegen een saxhoorn. Over het algemeen is het eufonium even groot als of iets groter dan de bariton. Het eufonium heeft drie of vier ventielen, de bariton meestal drie maar er bestaan ook exemplaren met 4 ventielen. Het eufonium wordt door intimi en echte vakmensen met kennis van zaken ook wel liefkozend “Bultje” genoemd.
Het instrument wordt gestemd in bes of c en heeft een iets zwaardere klank dan de bariton. De grote charme van het eufonium is zijn mooie, zachte klank en hij heeft als voordeel dat hij dankzij zijn vierde ventiel, ook wel kwartventiel genoemd, een kwart lager kan spelen, maar ook zeer gemakkelijk hoge noten haalt.

De tuba (Bas)
De tuba is de naam voor een koperen blaasinstrument in het bas-register. Instrumenten die onder de tubafamilie worden geschaard zijn het eufonium (soms tenortuba genoemd) en de (bas)tuba’s (gestemd in F, Es, C of Bes). Tuba is een benaming die in vele talen wordt gebruikt en ongespecificeerd verstaat men onder ‘tuba’ meestal een bastuba. In amateur blaasorkesten in Nederland en Vlaanderen heeft men echter dikwijls de gewoonte om onder de term ‘tuba’ een eufonium te verstaan, wat voor enige verwarring kan zorgen.

Slagwerk
Onder slagwerk in het algemeen wordt in de muziek verstaan: de muziekinstrumenten die men doorgaans d.m.v. een slagtechniek bespeelt, zoals de diverse soorten trommels, bekkens en kleinere instrumenten zonder specifieke toonhoogte. Voorts bestaan er slagwerkinstrumenten met een specifieke toonhoogte, zoals de pauken en de gong. Het drumstel (een combinatie van trommels, bekkens en soms ook percussie-instrumenten)wordt veelal gebruikt in pop- en rockbands, in jazzmuziek en steeds vaker in orkestverband.

Trompet
De trompet is een blaasinstrument waarbij het geluid ontstaat doordat de lippen die tegen het mondstuk geplaatst worden, met de adem in trilling worden gebracht. De trompet klinkt vrij hoog en heeft een heldere doordringende toon. De afstand van het mondstuk tot aan de beker is ca. 50 cm. De lengte van de buis varieert echter per stemming. De buis is voorzien van een drietal ventielen, of in het geval van de schuiftrompet van een schuif, die de buislengte in een aantal combinaties verlengen. Hij eindigt in een trechtervormige beker, net zoals bij de meeste koperen blaasinstrumenten. De trompet heeft van oudsher een cilindrische buis die een scherpe klank ontwikkelt, en wordt daarom tot het scherpe koper gerekend.

Trombones
De trombone (in de volksmond ook wel foutief schuiftrompet genoemd) is een blaasinstrument en wordt tot het scherpe koper gerekend. Een trombone bestaat uit drie onderdelen; Een ketelvormig of V-vormig mondstuk. Dit steekt in een lange cilindrische metalen u-vormige uitschuifbare buis (de coulisse). Hierna volgt de bekersectie, die wel conisch uitloopt. Door het uitschuiven kan de bespeler de effectieve buislengte verkorten of verlengen, waarmee ook de toonhoogte verandert. De familie van trombones bestaat uit de volgende varianten:

  Piccolo of Sopranissimotrombone in Bb

  Sopraninotrombone in Es

  Sopraantrombone in Bb

  Quadrotrombone (dubbele schuif)

  Alttrombone in Es of F

  Tenortrombone in Bb (zonder ventiel) of Bb/F (met ventiel)

  Bastrombone in Bb/F (met één ventiel) of Bb/F/D(Des) (met twee ventielen)

  Contrabastrombone in F en Bb (F versie meestal met twee ventielen, Bb versie met één ventiel)

Bugel
De bugel of flugelhorn (Duits: flügelhorn) is een koperen blaasomstremt in Bes of Es of sporadisch ook wel C met drie ventielen, dat een belangrijk instrument is in fanfare-orkesten. De bugel heeft binnen de brass band een bijzondere status, maar een brass band heeft maar één bugel. De vorm van de bugel is geheel conisch voorbij het ventielhuis en met ruimere bochten dan de trompet, waardoor de bugel een veel zachtere, warmere en rondere klank heeft. De bugel is uitgevonden door Adolphe Sax, die ook de saxofoon ontwierp. Adolphe Sax wilde namelijk een instrument hebben dat op een trompet leek, maar een zachtere en warmere klank had.

Hoorn
Tegenwoordig kennen we de hoorn als blaasinstrument, maar vanouds werd er bij de jacht gebruikgemaakt van dit instrument. Ook had de hoorn andere signaalfuncties, bijvoorbeeld de posthoorn, signaalhoorn en bugel .De hoorn wordt gerekend tot de koperblazers.

Een hoorn is een koperen buis die begint met een mondstuk van ca. 17 mm. doorsnede, daarna conisch breder wordt tot circa 12 cm. Na een cilindrisch gedeelte (ongeveer 1/3 deel van de lengte van de gehele hoorn) mondt de buis uit in een conische beker met een doorsnede van circa 30 cm. De beker is beduidend groter en anders van vorm dan die van de trompet. De totale lengte van de hoorn is afhankelijk van de grondstemming van het instrument: een Bes-hoorn is pakweg 2,75 m, een F-hoorn 3,78 m en een C-hoorn 4,72 m. Tegenwoordig is een combinatie van twee hoorns in één instrument gebruikelijk, namelijk de dubbelhoorn (F – Bes). Dit is het standaard instrument in professionele symfonieorkesten. De dubbelhoorn wordt gebruikt voor het vergroten van het bereik en het krijgen van een andere klankkleur of timbre: de Bes-hoorn heeft een scherpere klank waardoor het meer geschikt is voor signalen; de f-hoorn is zachter van klank waardoor hij meer geschikt is voor het samenspel met houtblazers en strijkers. Een zeldzaamheid (alhoewel steeds vaker voorkomend) is de tripelhoorn (F – Bes – f). Op de afbeelding is een dubbele hoorn te zien, te herkennen aan de dubbele laag gebogen buizen die aan de ventielen is bevestigd.